Soms moet je zelf de stoute schoenen aantrekken voor je droombaan. En dat is wat Wil op haar 55e deed. “Ik werkte als conciërge en schoonmaker op een school. Tot ik ineens dacht: ik wil iets anders. Ik ben toen bij een open avond geweest van Kennemerhart. Dat was zó leuk dat ik meteen een open sollicitatie heb gestuurd.”
Wil werd aangenomen als huishoudelijk medewerker. “Vanaf dag één vind ik het werelds. Vooral door het sociale aspect. Ik zorg voor een schoon huis. Dat is heel belangrijk voor de mensen. Maar daarnaast bied ik ook een luisterend oor. Mensen hebben veel te vertellen. En soms ben ik één van de weinigen die ze zien. Mijn bezoek is voor veel mensen een lichtpuntje in de week. Een mevrouw zei laatst nog: ‘Ik hou meer van je dan van mijn eigen dochters.’” Wil grinnikt. “Dat is haar droge humor. Ze heeft alleen zoons.
” De meeste cliënten van Wil wonen in Haarlem Oost. “Daar woon ik zelf ook al mijn hele leven. Een oudere meneer bij wie ik kwam schoonmaken, bleek bevriend te zijn geweest met mijn opa. En een cliënt van 95 kende mijn vader als jongetje. Bij haar op zolder had hij zijn eerste postduivenhokkie.” Wil stimuleert haar cliënten om zelf ook actief te blijven. “Elke week kom ik bij een echtpaar. Zij stoffen zelf af, ik stofzuig. En als ik het bed verschoon, helpt mevrouw mee.
Tijdens het schoon maken bouw ik een band op met de mensen en ik leer hun gebruiken kennen. Zo liep ik in mijn vakantie een keer langs het huis van een cliënt. Het was bloedheet, maar het zonnescherm was niet naar beneden. Normaal is ze daar heel punctueel in, dus ik vertrouwde het niet. Ik heb toen meteen aan de bel getrokken. Bleek dat ze was gevallen.” Sociale controle? “Dat vind ik niet meer dan normaal. Dat doe je voor elkaar in de buurt.”