De Molenburg in Schalkwijk is al twaalf jaar de werkplek van fysiotherapeut Dennis. “Ik werk hier met veel plezier, in een huiselijke sfeer. Als fysiotherapeut heb ik een grote impact op het dagelijks leven van de bewoners, die naar mij worden doorverwezen door de zorg of de arts. Vaak kijken ze al uit naar de therapie en het persoonlijke contact. Ze moeten niet naar de fysio, ze mogen.”
Naast fysiotherapeut is Dennis ook onderzoeker. “Ik doe een promotietraject bij de Universiteit Leiden. Mijn onderzoek richt zich op fysiotherapie bij verpleeghuisbewoners met dementie. Op dit moment is er nog geen richtlijn hoe je deze doelgroep het best behandelingen kunt aanbieden. Daar wil ik graag aan bijdragen, voor toekomstige bewoners. Fijn dat ik hier van Kennemerhart ook de ruimte voor krijg.”
Voor zijn onderzoek interviewde Dennis twee jaar geleden tal van mantelzorgers. “Ik vroeg wat zij van de fysiotherapeut verwachten. Zij gaven unaniem aan: ik wil dat mijn naaste wordt behandeld met aandacht, en met oog voor de kwaliteit van leven. Geen van de mantelzorgers had het over meer spierkracht, of dat iemand snel moet leren lopen. Dat was voor mij een eyeopener. Ik heb toen meteen mijn werkwijze aangepast. Zo ben ik gestart met groepstherapie voor mensen met dementie. Daarbij is vooral aandacht voor plezier in bewegen. Voorheen wilde een bewoner tijdens één-op-één therapie soms al na vijf minuten weg. Nu zie ik bewoners met een grote glimlach op hun gezicht oefeningen doen. En na afloop vragen ze: ‘Wanneer mag ik weer?’ Dat maakt mijn werk enorm leuk. Bewegen doe je niet alleen om sterker te worden, of om je balans te verbeteren. Het draagt ook bij aan de kwaliteit van leven. Bewoners worden vrolijker, blijven zelfstandiger, hebben meer energie. Hoe fijn is het om na het wassen en aankleden nog energie te hebben voor een bezoek van je kleinkind?”